2 januari 2021

Het wel en wee in onze eigen dierentuin

Door Eva Bal

Even een sprongetje terug in de tijd. Het is 1 januari 2020. Met een slaperig hoofd keek ik richting het konijnenhok om te controleren of onze konijntjes al het luide en felgekleurde vuurwerk, waarmee 2020 vreugdevol werd ingeluid (wisten wij toen veel….), hadden overleefd. Ik had me zorgen gemaakt om niks. Met z’n drietjes zaten ze lekker tegen elkaar aan. Het ene konijntje poetste een ander konijntje en ze keken allemaal tegelijk op toen ik naar het hok toeliep. Gelukkig nieuwjaar!

Drie-twee-één
Het is inmiddels 1 januari 2021, we hebben net een veel rustiger jaarwisseling achter de rug dan we gewend zijn en ik kijk naar het konijnenhok. Ons illustere trio is gereduceerd tot één konijntje. Onze spring-in-het-veld of beter gezegd onze spring-door-het-gras-en-graaf-in-de-borders-konijn Fientje is nog de enige bewoner van het riante konijnenpaleis. Tsja, we zijn er vorig jaar achter gekomen dat onze taaie rakkers toch niet het eeuwige leven bleken te hebben. Opakonijn Grijsje, het meest grappige en bijzondere konijntje dat we kennen, werd vlak voor de zomervakantie opeens heel sloom en leek op het vlak van balans houden soms een glaasje te veel op te hebben. Hij had de respectabele leeftijd van bijna 9 jaar bereikt, dus enige mankementjes hadden we wel verwacht. Maar dat hij ‘op was’ en ‘definitief moest inslapen’ was iets dat niet bij dit speelse beestje paste. Maar toch was het zo. Met een leeg reismandje verliet ik de dierenartsenpraktijk.
De twee overgebleven konijntjes waren in de war. Grijsje, het konijn dat de rust terugbracht in het hok als de andere twee het op hun heupen kregen, was er niet meer. De dynamiek in het hok veranderde en wij verbaasden ons erover hoeveel impact één konijn minder veroorzaakte. In het hok, maar ook op ons….

Na een paar maanden leken de twee een nieuw ritme te hebben gevonden. Het ene konijntje poetste het andere en ze kropen weer gezellig tegen elkaar aan. Af en toe leek er nog sprake te zijn van een soort ratrace door het hok, maar die uitspattingen werden steeds zeldzamer. Tot vorige maand moederkonijn Bruintje (ik weet het – de namen laten niks aan de verbeelding over wat betreft de kleur vacht van de beestjes), opeens sterk vermagerde. Dit konijntje was net 7 jaar, dus had nog minimaal een kwart konijnenleven voor zich …. vonden we. Maar nee, de dierenarts was heel stellig. “Dit konijntje is behoorlijk ziek en heeft niet lang meer te leven”. Hoe lang dan, wilde ik natuurlijk weten. Misschien een week, misschien een maand, maar het was wel ‘einde oefening’. Dit keer ging ik niet met een leeg reismandje naar huis, maar het gevoel was er niet beter bij. Enkele dagen later was de puf er uit en stopte het hartje.

En toen hadden we er nog maar één…… De baby van het stel, onze Fientje -welke kleur zou dit konijntje nou hebben- zit nu alleen in het grote hok. Fientje is inmiddels ook al weer 5 jaar, maar zit lekker dik in haar vacht, springt vrolijk rond en is de nieuwsgierigheid zelve. Voor de zekerheid hebben we haar maar wel even laten checken door de dierenarts en met een clean bill of health, reed ik met een positief gevuld reismandje van de dierenartenpraktijk naar huis.


Een vriendje voor Fientje
Binnenkort mag Fientje een nieuw maatje uitzoeken. We gaan haar koppelen, de term voor daten in konijnentaal. Over het algemeen zijn konijntjes gelukkiger als ze niet de status alleenstaand hebben, dus we gaan naar een konijnenopvang om een goede match te vinden. En dat is niet alleen leuk voor Fientje, wij kijken ook uit naar deze aanvulling. Lief, knuffelig, zacht, …… Je bent van harte welkom!


Fientje heeft een gezellige date gehad en inmiddels huppelen er weer twee konijntjes door het konijnenhok. Mijn echtgenoot heeft nog snel een raster gemaakt, dat we gemakkelijk in en uit het hok kunnen halen. Op deze manier kunnen we de konijntjes langzaam aan elkaar laten wennen. Voorzichtigheid voor alles hè;).

Januari 2020